Posts tonen met het label Berenlust. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Berenlust. Alle posts tonen

zaterdag 18 augustus 2012

Stadsdichter: Berenlust, Herinnering en Vogelvlucht

Foto: Irma Bruggeman
De derde stadsdichter van Hengelo John Heymans kon niet bij de opening van het Berenkunstwerk zijn maar heeft er wel een gedicht Berenlust over gemaakt.

Het tweede gedicht Herinnering bevat ‘lyrics’ uit een roemrucht concert dat de Canadese rockgroep The Tragically Hip op 23 mei 1991 gaf in poptempel Metropool te Hengelo. Het het nummer At the Hundredth Meridian werd mede geschreven naar aanleiding van herinneringen van Johan Dollekamp en Tom Kuipers aan dat optreden van Gordon Downie en zijn mannen. 

Het gedicht Vogelvlucht is geschreven op verzoek van Ricardo Liong-A-Kong, de initiatiefnemer van MHHKHengelose kunstenaars zijn uitgenodigd om een kunstwerk te maken geïnspireerd op Vogelvlucht. In november 2012 wordt de tentoonstelling met deze kunstwerken in het MHHK geopend.




BERENLUST

In de verre oudheid, toen de Grieken al schreven
over hun avonturen en hoe de dieren in de hemel

kwamen, verschenen de beren op het toneel van
de toendra waar ze, zoals Aristoteles beweerde,

hun kroost in vorm likten. In de Middeleeuwen
zwierven hun nazaten uit, rondom metropolen,

vlaggen veroverd. En nog een paar eeuwen later
bereikten ze ook deze stad, de rand van het lege

marktplein, om doodleuk te wachten op de verse
vis, de kraam, twee maal weeks, voor hen neergezet.


Foto: Albert Boling




HERINNERING

Hengelo, Hengelo, Hengelo… still hurt my back
when I sing it slow, zo heugt zich de zanger nog

van dit optreden de stad, een mondvol klanken
die bij hem, verkondiger van de esdoorn rock,

was blijven hangen, een woord dat teruggaat
tot een stukje bos, dansend in stemmig land,

in zijn hoofd reisde het mee, de wereld rond:
I like that name, it trips off my tongue… vertolkt

op elke meridiaan, tot en met Ontario, en steeds
weer dat souvenir: Hengelo, Hengelo, Hengelo...




VOGELVLUCHT

Was daar een duif opgevlogen, z’n buitenpost verlaten,
hij werkte zich omhoog, uit alle macht, op vleugelslag

naar hoger perspectief, het verlangen naar overzicht,
het ondermaanse en al die grijze daken, het gedoe

ter plaatse - van daaruit begon hij gaandeweg te dalen
in de richting van de binnenstad, steeds lager, zwevend

rond drie torens, de kerk en het stadhuis, het baken op
de brink - nog een knipoog: dag verre verwant in koper -

om dan als vanzelf te landen op het plein, nieuwsgierig
naar de voeten van wie de hele vlucht gevolgd had,- tot hier.


John Heymans